Wetenschappelijke rekenmachine
Deze rekenmachine voert de meeste wiskundige bewerkingen uit die je nodig hebt voor studie of werk. Voor alle mogelijke handelingen zijn voorbeelden gegeven. Als je niet zoveel functies nodig hebt, gebruik dan een eenvoudige rekenmachine. Meer informatie: Eenvoudige rekenmachine
Hoe de wetenschappelijke rekenmachine te gebruiken
| Knoppen | Gebruik |
|---|---|
| 1 2 3 4 5 6 7 8 9 0 | Invoeren van cijfers |
| + − × ÷ | Uitvoeren van basiswiskundige bewerkingen (optellen, aftrekken, vermenigvuldigen, delen): 2 + 3 = 5 |
| = | Het resultaat van de berekening verkrijgen |
| C | Het scherm van de rekenmachine wissen |
| ← | Het laatst ingevoerde symbool verwijderen: 1 2 3 4 ← 123 |
| ± | Het teken van een getal wijzigen van positief naar negatief en vice versa: 3 ± −3 |
| ( ) | Het invoeren van haakjes: ( 2 + 2 ) × 2 = 8 |
| . | Het scheiden van het decimale deel in een decimaal getal: 0 . 1 + 0 . 2 = 0.3 Meer informatie: Breuken |
| ÷ | Het scheiden van de teller en de noemer in een gewoon breukgetal: 5 ÷ 8 − 1 ÷ 4 = 3/8 Meer informatie: Breuken |
| 1/x | Het berekenen van het omgekeerde getal: 5 1/x = 0.2 |
| x2 x3 xy 10X | Het machtsverheffen: 3 x2 = 9 2 xy 4 = 16 5 10X = 100 000 Meer informatie: Machtsverheffen |
| √x 3√x y√x | Het vinden van de wortel uit een getal: 1 2 5 3√x = 5 1 6 y√x 4 = 2 Meer informatie: Wortel uit een getal |
| , | Het scheiden van de argumenten van een functie: log 9 , 3 = 2 |
| log | Het berekenen van de logaritme: log 1 6 , 2 = 4 Meer informatie: Logaritmen |
| e | Het invoeren van de wiskundige constante e: log 1 , e = 0 |
| π | Het invoeren van de wiskundige constante π |
| 2nd | Het activeren van de tweede functie van de knoppen |
| 2nd i | Het invoeren van de imaginaire eenheid i |
| 2nd % | Het vinden van het percentage van een getal, het omrekenen van een getal naar een percentage: 4 0 × 5 2nd % = 2 4 0 − 5 2nd % = 38 Meer informatie: Percentages |
| sin | Het berekenen van de sinus van een hoek: sin 9 0 = 1 |
| cos | Het berekenen van de cosinus van een hoek: cos 1 8 0 = −1 |
| tan | Het berekenen van de tangens van een hoek: tan 4 5 = 1 |
| cot | Het berekenen van de cotangens van een hoek: cot 9 0 = 0 |
| sec csc | Het berekenen van de secans en cosecans van een hoek: sec 6 0* = 2 |
| sinh cosh tanh | Het berekenen van hyperbolische functies |
| 2nd asin 2nd acos 2nd atan 2nd acot 2nd asec 2nd acsc | Het berekenen van inverse goniometrische functies: 2nd asin 1 = 90° 2nd asec 2 = 60° |
| ! | Het berekenen van de faculteit van een getal: 5 ! = 120 |
| ncr npr | Het berekenen van het aantal combinaties (zonder herhaling) en het aantal permutaties (zonder herhaling): ncr 6 , 4 = 15 |
| x | Het invoeren van een variabele in een op te lossen vergelijking: 6 × x − 8 x=y 4 = x = 2 Meer informatie: Vergelijkingen |
| 2nd mod | Het uitvoeren van een deling met rest: 8 2nd mod 3 = 2 |
| 2nd ! | Het uitvoeren van het vectorproduct: ( 1 , 2 , 3 ) 2nd ! 2nd ( 4 , 5 , 6 ) = (−3 6 −3) |
| 2nd [ 2nd ] | Het aanduiden van het begin en het einde van een matrix, het aanduiden van het begin en het einde van een matrixrij: 2nd [ [ 1 , 2 , 3 ] [ 4 , 3 , 1 ] [ 2 , 4 , 0 ] ] 2nd × 2 = ⎡ 2 4 6 ⎤ ⎢ 8 6 2 ⎥ ⎣ 4 8 0 ⎦ Meer informatie: Matrices |